Cassave

Teelt

Cassave is de eetbare wortel van een heester. Deze heester groeit vooral op de savanne en staat ook bekend als tapioca. Ook de vingervormige bladeren van de heester kunnen worden gegeten.

De plant kan goed tegen droogte én tegen sprinkhanen. Cassave kan ook groeien op arme grond. In principe kan cassave het hele jaar door worden geoogst.

In veel tropische ontwikkelingslanden is de cassave een belangrijk gewas. De wortel bevat veel zetmeel en is daardoor voedzaam. Vaak wordt er cassavepap van gekookt.

Van nature bevat cassave het giftige blauwzuur, daarom kan het niet rauw worden gegeten. Na de oogst worden de wortels daarom vaak geschild, geraspt en met water uitgespoeld om het blauwzuur te verwijderen.

Na het drogen van de cassave ontstaat een koek. Deze koek wordt verpulverd tot meel. Nu is de cassave klaar om te worden verwerkt tot pap, chips of koeken.

Van oorsprong komt de cassave uit Zuid-Amerika, waar het al sinds 3000 voor Christus werd verbouwd. Na de ontdekking van Amerika werd de plant geïntroduceerd in Azië en Afrika.

Tip

Maak zelf gezonde frietjes: snijd cassave in frietjes en rooster ze in de oven.

Cassave smaak 

De smaak van cassave lijkt op die van aardappel, alleen met een stevigere structuur.

Dit kun je met cassave:

• Kroepoek of pannenkoekjes van cassavemeel bakken. 
• Pap of koeken als bijgerecht bij een Oosterse maaltijd. 
• In soep met pittige pepertjes. 
• Gewokt met gember en knoflook. 
• In frietjes gesneden, geroosterd in de oven en serveren met wasabimayonaise.