De Armeense komkommer heeft de meeste smaak als hij nog jong en niet langer dan 30 cm is.
Rauw
Groentelepel: 50 gram
Eetlepel: 30 gram
Schaaltje (met schil): 115 gram
Gekookt
Groentelepel: 60 gram
Eetlepel: 35 gram
Oorspronkelijk komt de plant vermoedelijk uit Azië. Daarna is hij rond de 15e eeuw ook in gebieden rond de Middellandse Zee terechtgekomen. Tegenwoordig wordt de plant veel geteeld in Noord-Afrika, Turkije en Griekenland.
De plant heeft veel uitlopers en behaarde stengels. De bloemen hebben een gele kleur. De bladeren hebben de vorm van een driehoek.
De vruchten hebben een lengte van 50 cm tot 1 meter en een diameter van 5 à 10 cm. Ze zijn overlangs geribbeld en hebben een groengrijze kleur. De plant draagt vroeg vruchten en groeit snel.
Armeense komkommer is bij uitstek geschikt als ‘extra’ groente. Zo kom je nog gemakkelijker aan je 250 gram groenten. Eet een Armeense komkommersalade bij de warme maaltijd of neem een stuk Armeense komkommer als gezond en fris tussendoortje.
De Armeense komkommer heeft de echte komkommersmaak.
Je kunt de komkommer rauw als tussendoortje eten, maar je kunt ze ook gebruiken: