Hoe hou je je fruit langer goed?
Je loopt door de supermarkt en ziet dat de peren op schaal in de aanbieding zijn, 1 plus 1 gratis. Natuurlijk neem je twee schalen mee. Je komt thuis en legt ze bij het andere fruit op de fruitschaal. Zo, die fruitschaal is weer rijkelijk gevuld! Maar na een paar dagen merk je dat de peren wel héél zacht worden en je bananen erg bruin…Hoe kun je dit voorkomen? Daar hebben wij een aantal slimme trucs voor.
Fruit op z'n lekkerst
Het rijpingsproces van fruit zorgt ervoor dat het aantrekkelijker wordt om te eten. Zo wordt het fruit zoeter, verandert van kleur, wordt zachter en sappiger en tot slot wordt de geur sterker. Maar als je het fruit te lang laat liggen, dan is het niet lekker meer. Het begint te rotten.
Rijpingsproces vertragen
Soms gaat het rijpingsproces sneller dan je wilt en is het fruit niet lekker meer op het moment dat je het gaat eten. Dat is jammer! Maar je kunt dit rijpingsproces vertragen bij zogenaamd 'climacterisch' fruit. Dat zijn fruitsoorten die nog doorrijpen na de oogt. Voorbeelden hiervan zijn appel, kiwi, mango, banaan, peer en meloen. Niet-climacterisch fruit rijpt niet meer verder na de oogst en moet je daarom rijp plukken. Dit is het geval bij druiven, ananas en citroen.
Hoe doe je dat? Dit kan op twee manieren:
1. Lagere temperatuur: hoe hoger de temperatuur, hoe sneller het rijpingsproces gaat. Leg je fruit dus in de koelkast (het liefst in de groentelade) als je het langer wilt bewaren. Alleen met tropisch fruit moet je dat niet doen, omdat de temperatuur daarvoor te laag is.
2. Rijpingshormoon ethyleen: naast dat het fruit hierdoor zelf verder rijpt kan dit hormoon naastliggend fruit aansteken om verder te rijpen. Leg deze fruitsoorten dus niet naast elkaar op de fruitschaal als je het langer wilt bewaren. Let op: als een stuk fruit al behoorlijk rijp is, dan werkt dit mechanisme niet meer zo goed.
Laatste tip: als je fruit juist nog niet zo rijp is en je wil het wel al eten, dan moet je juist het tegenovergestelde doen.